Wat is de Woord&Beeldclub?

Owen400x477

De Woord&Beeldclub is als pilot gestart halverwege het schooljaar 2009-2010 met een groep begaafde/hoogbegaafde leerlingen en leerlingen met een ontwikkelingsvoorsprong van OBS De Startbaan. In deze groep is projectmatig gewerkt met thema’s op het gebied van taal en beeldende kunst. Het is dus een plusklas, waaraan een aantal geselecteerde A- leerlingen anderhalf uur per week, buiten hun eigen groep, heeft deelgenomen.

Op de Startbaan wordt gewerkt met weektaken en met ABC-instructie. Dit houdt o.a. in dat de leerlingen in de groep op hun eigen niveau (A, B, of C) instructie krijgen en dat de meerbegaafde A-leerling naast de gewone leerstof ook extra leerstof ter verbreding en verrijking krijgt aangeboden.

De Woord&Beeldclub is gestart om een deel van de A-leerlingen, naast de verrijkingsstof die in de groepen reeds wordt geboden, nog meer uitdaging en afwisseling te bieden. Die uitdaging en verrijking is aangeboden in de vorm van talige en kunstzinnige projecten.

Waarom is de pilot begonnen?

De school volgt leerlingen d.m.v. een leerling volg systeem. Dit bestaat uit de gebruikelijke Citotoetsen, waarvan de scores op de rapporten worden vermeld en een aantal uitgebreide onderzoeken. In groep drie en in groep vijf vindt een dergelijk onderzoek plaats.  De uitslag van deze onderzoeken worden uitgebreid nabesproken met de leerkracht, de intern begeleider en de schoolpsycholoog. Met name uit het vijfdegroepsonderzoek bleek dat een groot aantal leerlingen met hoge scores, juist laag scoorden op welbevinden. Met andere woorden, dat veel leerlingen die het op school op cognitief gebied goed doen, toch niet met heel veel plezier naar school gingen.

Als leerkracht  heb je ieder schooljaar te maken met diverse leer- en gedragsproblemen. De leerkracht  ziet zich genoodzaakt veel aandacht te besteden aan de leerlingen met de meeste problemen. ‘De leerling die zichzelf wel redt’, en toch wel hoge scores haalt voor rekenen en taal, krijgt weleens wat weinig aandacht. Maar ook de A-leerling die extra uitdaging kan gebruiken moet daarin worden begeleid en gestimuleerd. In overleg met de directie
werd besloten juist deze groep leerlingen nu eens aandacht te schenken en ervoor te zorgen dat in de eerste plaats hun plezier op school zou verbeteren. Dat is niet alleen belangrijk voor het algemeen welbevinden van deze groep, maar uiteindelijk ook bevorderlijk voor het leren: Wie zich beter voelt leert ook beter.

Door mijn eigen achtergrond (ik heb de Koninklijke Academie voor Beeldende Kunsten afgerond in Den Haag en ben lange tijd werkzaam geweest als grafisch ontwerper), heb ik kennis opgedaan van beeldende kunst, fotografie en grafisch ontwerp. Ook heb ik een grote voorliefde voor taal en literatuur. Deze achtergrond, in combinatie met de ervaring die ik inmiddels als leerkracht heb opgedaan,  heeft als basis gediend voor de lessen die ik heb opgezet voor de Woord&Beeldclub. In deze lessen was altijd sprake van een combinatie van inhoud en begeleiding van mijn kant en zelfstandige verwerking en onderzoek van de leerlingen.

Nog meer redenen voor de Woord&Beeldclub

2

Het welbevinden en het plezier in het leren van een grote groep A-leerlingen is dus de eerste aanzet geweest om te gaan nadenken over een ‘Plusklas’. Maar er zijn meerdere redenen waarom de Woord&Beeldclub begonnen is:

  1. In de Woord&Beeldclub is er met maximaal 12 leerlingen per groep extra aandacht van de docent voor de leerling. Er kan tijd genomen worden om aan te sluiten bij de behoeften en vragen van de leerling.
  2. In de eigen groep is de A-leerling er over het algemeen aan gewend te behoren tot één van de beste leerlingen. In de ‘peer group’ van de Woord&Beeldclub zijn alle leerlingen van een hoog niveau. Hier is de A-leerling onder gelijken. Dit is op zich al een leerzame ervaring: Te weten dat je niet een eenling bent, maar dat er andere kinderen zijn net zoals jij. Je hoeft er niet te verbergen dat je slim bent en je hoeft je er niet op voor te staan. Je kunt jezelf zijn en op gelijkwaardig niveau van de anderen leren en met de anderen samenwerken.
  3. In de Woord&Beeldclub is aandacht voor de taakgerichtheid, werkhouding, concentratie en inzet van de leerling. Sommige begaafde leerlingen leren niet hoe ze moeten leren. Dit komt omdat de lesstof voor hen zo eenvoudig is dat ze zich nauwelijks hoeven in te zetten voor een goed resultaat. Het kan zijn dat een leerling er pas ver in de middelbare school achterkomt dat hij zich moet gaan inspannen. Bij sommigen komt dat moment pas op de universiteit. Dat kan een schokkende ervaring zijn, want de leerling heeft nooit een leerstrategie ontwikkeld of geleerd hard voor een schoolresultaat te knokken. Het kan ook zijn dat een leerling plotseling last krijgt van faalangst, want hij is niet gewend om te gaan met leerstof die hij zich niet gemakkelijk direct eigen maakt. In de Woord&Beeldclub worden de leerlingen zo uitgedaagd dat ze hun concentratie en inzet nodig hebben en dat ze kunnen leren LEREN.
  4. In de Woord&Beeldclub wordt er een variatie aan werkvormen aangeboden en de mogelijkheid ook een variatie aan eindproducten af te leveren. De leerling kan zelf meebeslissen en nadenken over hoe hij wil werken en wat hij als eindproduct voor ogen heeft.
  5. In Woord&Beeldclub wordt naast het eindresultaat ook vooral naar het proces gekeken. Vaak tellen op school uiteindelijk het meest de resultaten: De cijfers voor je toetsen en de cijfers op je rapport. Hoe een leerling daaraan komt, welke weg hij is gegaan, of het cijfer gemakkelijk of met grote inzet is verkregen…dat laat een rapport niet of nauwelijks zien. Voor het werkproces en de keuzes die de leerling daarin maakt is in de Woord&Beeldclub  veel aandacht. Bovendien wordt er veel belang gehecht aan andere kwaliteiten dan alleen de cognitieve, die ook hebben bijgedragen aan het resultaat, bijvoorbeeld sociale of creatieve kwaliteiten. De leerling wordt gestimuleerd om na te denken over hoe hij te werk gaat en waarom hij bepaalde stappen neemt, kortom hij leert te reflecteren op zichzelf.

34

Wat hebben we gedaan in de pilot?

Op vrijdag kregen de leerlingen in de pilot gedurende anderhalf uur in thematische lessen opdrachten en inzichten waarmee ze op hun eigen manier aan de slag gingen. De onderwerpen die behandeld werden konden door de leerlingen in diverse opdrachten op eigen wijze verder onderzocht en uitgewerkt worden. In de eigen groep (als de leerling klaar was met het gewone werk) en thuis, kon men bezig gaan met het werk uit de Woord&Beeldclub.

Het afgelopen jaar zijn bijvoorbeeld thema’s als strips en Pop-art ter sprake gekomen. Naar aanleiding hiervan hebben de leerlingen zich verdiept in o.a. collages, het kleurgebruik in Pop-art, het gebruik van herhaling, het gebruik van tekst in Pop-artschilderijen, verschillende Pop-art kunstenaars, het tijdsbeeld van de jaren 60 en nog veel meer. Ze hebben zich gebogen over vragen als hoe teken ik emotie in gezichten? Hoe stileer ik stripfiguren? Hoe kan ik emotie laten zien in mijn tekstballonnen? Wat zijn emoties eigenlijk? Waarom is emotie interessant voor een verhaal? Hoe schrijf ik tekst voor een strip? Hoe is een stripverhaal opgebouwd? Naar aanleiding van deze onderwerpen en vragen hebben de leerlingen tekeningen, collages, teksten en gecombineerde werkstukken gemaakt.

In de lessen op vrijdag werd het werk van de leerlingen besproken en bekeken. De docent reageerde  op het werk en gaf eventueel aanwijzingen en tips. De leerlingen leerden ook van elkaar en mochten samenwerken als ze dat wilden. Iedere leerling maakte zo in de loop van het jaar een eigen portfolio.

Natuurlijk is het ook belangrijk het gemaakte werk aan publiek te kunnen tonen. In de pilot van het vorig schooljaar is dat er helaas nog niet van gekomen. Dit schooljaar willen we echter in de planning opnemen dat er diverse momenten zullen zijn waarop de leerlingen hun werk aan medeleerlingen, docenten en ouders kunnen tonen.

Waarom een kunstzinnige plusklas? Waarom geen extra taal en rekenen?5

Ja, waarom eigenlijk kunst? Als er weinig tijd is, vallen de kunstzinnige vakken vaak als eerste af. De les over dichten wordt overgeslagen in de methode, de zangles verdwijnt en de creatieve middag wordt wat ingekort, want we moeten al zoveel leren en we hebben al zo weinig tijd. Ook de financiële middelen en de persoonlijke vaardigheden en interesses van de leerkracht spelen een rol. Bij de ene leerkracht zullen de kunsten meer aan bod komen dan bij de ander maar…

Kunst is geen luxe. Vanaf het begin van ons bestaan hebben wij onszelf en onze omgeving willen uitdrukken in beelden,  verhalen en klanken. Kunst kan weergeven hoe je tegen iets aankijkt, hoe je ergens mee omgaat, hoe je iets beleeft. Kunst is een krachtig communicatiemiddel. Het kan mensen diep raken en ontroeren, inspireren en hoop geven. De zeggingskracht van kunst  kan mensen tot elkaar brengen. De één zal geroerd worden door dans, de ander door muziek, beelden, vormen, kleuren, of door het woord.

Kunst kan op verschillende manieren participeren in het onderwijs:

  1. Kunst om kennis te maken met de schoonheid en verscheidenheid van de professionele kunsten. Door meer oog te krijgen voor kunst kan je er meer van genieten en ook zelf geïnspireerd raken.
  2. Kunst kan een vervoermiddel zijn in leren. Bezig zijn met kunst vereist ook leerstrategieën. Informatie, kennis en kunde moet begrepen en eigen gemaakt worden. De leerstrategieën die de leerling zich hierbij eigen maakt, kunnen ook bij andere vakken worden ingezet.
  3. Kunst en ‘community building’. Kunst is niet alleen rationeel. Het bereikt ook je gevoel en emotie. Door dit samen te ervaren (bijvoorbeeld een opera of popconcert) voelen we die saamhorigheid en delen we een herinnering. Door met elkaar iets te creëren of te bouwen, leren we samenwerken. Dit kan een sterk bindmiddel zijn in een klas of een groep.
  4. Kunst en creatieprocessen. Voor het maken van een schilderij of het schrijven van een gedicht is een onderzoekende vrije houding nodig. Wat werkt? En wat niet? Wat hou ik? Wat schrap ik? Wat is nog nodig? Deze kritische blik is niet alleen de blik van de kunstenaar, maar ook die van de wetenschapper en helpt ook bij het leren op school.
  5. Kunst en filosofie en spiritualiteit. De essentie van het leven en de dood moet iedereen op zijn eigen manier ontdekken. Kunst kan je laten nadenken over bepaalde levensvraagstukken.

Er zijn twee typen kerndoelen in het basisonderwijs: Leergebiedoverstijgende kerndoelen en leergebied specifieke kerndoelen. Leergebied overstijgende kerndoelen zijn in zes thema’s gegroepeerd: Werkhouding, werken volgens plan, gebruik maken van uiteenlopende leerstrategieën, zelfbeeld, sociaal gedrag en nieuwe media. Alle bovengenoemde leergebied overstijgende kerndoelen komen volledig aan de orde in de kunstvakken en het creatieproces.

Lesstof verbinden met de kunsten kan zorgen voor een positief effect op zowel affectief als cognitief gebied.

Hoe willen we in de toekomst aanpakken?

Te oordelen naar de mening van de leerlingen was de pilot een succes. Regelmatig werd gevraagd of we er volgend jaar mee doorgingen. In overleg met de directie is daarom besloten de Woord&Beeldclub definitief te gaan vormgeven voor de groepen 5 t/m 8. In de groepsbesprekingen is in overleg met de leerkrachten bekeken welke leerlingen voor de Woord&Beeldclub in aanmerking kwamen. Daarnaast zijn ook de resultaten en de Cito-scores van de leerlingen meegenomen in de beslissing. Na een selectie die best lastig was (er zijn namelijk meer A-leerlingen dan plaatsen in de Woord&Beeldclub) bleven er 24 leerlingen over. Te veel om in één groep te plaatsen. Een groep van 12 leerlingen is het maximum om de individuele aandacht te kunnen geven die nodig is. De directie kwam daarom met een plan om twee groepen samen te stellen: een 5/6- en een 7/8-combinatie. Op de maandag ben ik vrijgeroosterd om met deze groepen aan de slag te gaan. Op deze manier willen wij de continuïteit waarborgen.

6

Wat zijn de selectiecriteria?

Zoals gezegd is er bij de Woord&Beeldclub sprake van een plusklas met A-leerlingen dus de resultaten en de Citoscores zijn van belang bij de selectie. Het kan echter toch zo zijn dat een leerling wordt toegelaten die niet alleen maar hoge A-scores heeft. Daarvoor kunnen verschillende oorzaken zijn. Een leerling kan bijvoorbeeld onderpresteren of dyslectisch zijn. In overleg met de leerkrachten is gekozen voor een bepaald leerlingprofiel. Wij hebben gekozen voor de leerling die over het algemeen hoog scoort, gemotiveerd is, geïnteresseerd is in creatieve vakken en niet altijd aan bod komt in de klas. Wij hebben ook de leerlingen voorrang gegeven voor wie de Woord&Beeldclub een extra steun voor hun zelfvertrouwen kan zijn. Daarbij valt de keuze eerder op een faalangstige of teruggetrokken leerling dan op de assertieve leerling, die al dagelijks veel aandacht van de leerkracht krijgt. Natuurlijk zijn faalangstig zijn en zeer assertief zijn uitersten en zitten de meeste van de geselecteerde leerlingen hier ergens vrolijk tussenin. Het wordt hier slechts geschetst om duidelijk te maken dat Citoscores een belangrijk selectiecriterium zijn maar dat er ook naar andere factoren wordt gekeken.

Wat is de rol van de ouders?

7

Ouders zijn natuurlijk expert als het om hun eigen kind gaat. Wij willen als school de ouders graag goed informeren, maar het is ook van belang dat ouders ons laten weten hoe het met hun kind gaat. De wereld van een kind kan thuis en op school erg verschillen. Soms heeft de school daarom de input van de ouders hard nodig. Een goede verstandhouding tussen ouders en school is dus in het belang van het kind.

De Woord&Beeldclub wil daarom open staan voor ouders en ouders kunnen in overleg, als zij dat willen een les bijwonen. Soms zijn er ouders met kwaliteiten of beroepen die zelfs heel goed ingezet kunnen worden in de Woord&Beeldclub. Deze ouders worden uitgenodigd om mee te doen of gastlessen te geven.

Een tastbaar voorbeeld van vruchtbare samenwerking met ouders is onze WEBsite,  gemaakt door Jeannet van der Deijl. Bovendien heeft zij gedurende de hele pilot bijna alle lessen bijgewoond, foto’s gemaakt en als bijna vanzelfsprekend de leerlingen ondersteund en geïnspireerd. Door haar achtergrond als beeldend kunstenares ging haar dit goed af. De leerlingen hebben ervan geprofiteerd. In onderstaand stukje komt ze aan het woord om het ontstaan van de WEBsite toe te lichten.

De website als doorgaand project (door Jeannet van der Deijl)

Toen Annemarie via mijn dochter vernam dat ik met de airbrush schilderde, kreeg ik een uitnodiging om eens wat te komen laten zien aan de Woord&Beeld Club. En als ik gewoon eens wilde komen kijken was ik ook van harte welkom. Dat heb ik graag gedaan, en eigenlijk ben ik sindsdien gebleven. Want al snel ontstond het plan om een website te bouwen waar de Woord&BeeldClub zich kon presenteren. Een tastbaar en openbaar toegankelijk resultaat, waar de kinderen hun werk kunnen laten zien aan anderen. Als een extra stimulans.

Aangezien ik een eigen bedrijfje heb wat zich toelegt op de bouw van websites, was dat voor mij geen moeilijke opdracht. In de loop van het schooljaar heb ik daarvoor foto’s gemaakt en werkstukken ingescand. Door mijn wekelijkse aanwezigheid is mijn rol als aanspreekpunt voor de kinderen ook groter geworden.  Ik ondersteun de klas nu wanneer de kinderen bezig zijn met hun opdrachten.

Op deze manier heb ik het nodige materiaal verzameld om de website vorm te geven. Samen met Annemarie heb ik de ideeën uitgewerkt tot de website die er nu staat. Maar de website is nooit af. Terwijl we bezig zijn borrelen er alleen maar meer ideeën bij ons op. En nu de Woord&beeldclub in dit schooljaar een vervolg krijgt, zal de website blijven groeien met een nieuwe jaargang en nieuwe projecten.

Wensen en plannen…8

Dit jaar willen we echt diverse keren een presentatie geven van ons werk aan ouders, leerkrachten, leerlingen en andere belangstellenden.
We gaan zeker een aantal excursies maken. Diverse musea en een concert staan op de agenda. Ouders wordt hiervoor t.z.t. om een kleine bijdrage gevraagd.
We willen meer gebruik gaan maken van grafische ICT en we hopen dat het computerlokaal snel op orde is, zodat we misschien wel met Photoshop en andere spannende programma’s leren omgaan.
We willen nog wel een keer een fototocht maken, waarbij iedereen zijn eigen reportage maakt. We willen meer ouders welkom heten binnen onze school. Een keer een les bijwonen, meegaan op een excursie, of zelf bijdragen aan de lessen behoort tot de mogelijkheden.
Ook verbreding naar andere vormen van kunst dan de beeldende kunst is in de toekomst een mogelijkheid. Er valt dan te denken aan excursies of gastdocenten op gebied van dans, muziek, theater ect.
De school wil zich meer professionaliseren in hoogbegaafdheid en plusklassen en doet dit door contacten te leggen met andere plusklassen, cursussen en overleg met het HCO over hoe de Woord&Beeldclub nu is vormgegeven en met welke tips en verbeterpunten wij nog aan de slag kunnen.

Dit jaar hopen wij weer aan de slag te gaan met net zoveel inzet en plezier als vorig jaar. Gaandeweg willen wij de ervaringen die steeds worden opgedaan blijven verwerken in de lessen. De kinderen leren van de docent, maar dat is andersom evengoed het geval. Ook de school is een lerende organisatie. OBS De Startbaan: Dat zijn leerlingen, ouders, docenten en directie samen. Wij streven in de toekomst dus naar een creatieve kruisbestuiving met als doel goed onderwijs voor onze kinderen.

9

Eén reactie »

  1. Marjolein van der Jagt schreef:

    Prachtige site en een inspirerend initiatief!

  2. […] Over hoe we zijn gestart… […]

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.