DSC_0120
Hieronder volgt het beleidsplan voor de voormalige plusklassen van OBS de Startbaan. Momenteel zijn we bezig de thematische en projectmatige opzet voor de lessen van de plusklassen aan te bieden aan alle leerlingen. We zijn erachter gekomen dat iedere leerling op zijn eigen niveau en op zijn eigen wijze veel leert van deze wijze van lesgeven en er gemotiveerd mee aan de slag gaat. Wij maken hierbij nu gebruik van de inzichten van NPDL. Wat dat precies inhoud staat op de pagina ‘NPDL’ in dit menu.

Onderstaand beleidsplan is nog wel goed bruikbaar voor scholen die nog werken met plusklassen. Daarom staat het nog op deze site.

Visie
Onze school heeft, gelegen in een vinexwijk  een populatie met een heel breed spectrum aan onderwijsbehoeften. In tegenstelling tot veel scholen in oudere Haagse wijken hebben wij geen specifieke doelgroep. Wij hebben evenveel leerlingen met een grote begaafdheid, als leerlingen met grote leerachterstanden, met de daarbij behorende diverse problematiek, en een grote groep die zich daar tussenin bevindt.

Dit betekent dat er veel gevraagd wordt van de school en vooral van de leerkrachten op het gebied van differentiëren binnen dezelfde jaargroep. Hieraan wordt tegemoet gekomen d.m.v. adaptief onderwijs en instructie volgens het A, B, C model, waarin de leerling zoveel mogelijk op zijn eigen niveau instructie krijgt en met verwerking, herhaling of verrijking aan het werk is.

In het verleden is er vooral aandacht geweest voor de C-leerling. Met de inzet van pre-teaching, verlengde instructie en aangepast werk wil de school ervoor zorgen dat alle mogelijkheden van deze leerlingen benut worden.

Echter, ook de A-leerling heeft specifieke onderwijsbehoeften en kan vastlopen als er niet, of te weinig, in deze behoeften wordt voorzien. De gevolgen kunnen variëren van relatief onderpresteren, het niet uit een kind halen wat erin zit, tot absoluut onderpresteren en zelfs onder de reguliere maat presteren, waarbij ook het welzijn van de leerling in het gedrang kan komen.

Onze visie is dat alle leerlingen, dus ook de hoog- en meerbegaafde leerling, hier op school een plek hebben, waar ze zich thuis voelen, lekker in hun vel zitten, goed presteren op de reguliere toetsen en een aanbod krijgen waarmee ze uitgedaagd worden en leren leren en leren denken.

Gebleken is dat alleen instructie d.m.v. het A, B, C model en compacten en verrijken binnen de groepen hierin nog niet geheel kan voorzien. Daarom is onze plusklas, de Woord&beeldclub in het schooljaar 2009/2010 gestart, waarin de begaafdere leerling vanaf groep 5, buiten de groep met diverse projecten aan de slag kan.

Doel
Het doel van het onderwijs is:

  1. Het welbevinden van de leerling
    De leerlingen gaan met plezier naar school. Dit betekent niet dat alle leerstof ‘leuk’ wordt gevonden, maar wel dat ze een positief beeld hebben van zichzelf, van de school en hun plek daarin.
  2. De leerlingen zijn productief
    De leerlingen presteren op een niveau dat bij hun cognitieve en sociaal-emotionele capaciteiten hoort. Ze zijn zich bewust van hun talenten en hoe ze die kunnen inzetten. Ze zijn in staat om met frustratie en uitdagende stof om te gaan. Ze zijn voorbereid op de eisen die op het middelbaar onderwijs aan ze gesteld gaan worden.
  3. De leerlingen halen de kerndoelen
    De leerlingen hebben een goede beheersing van de stof die in de kerndoelen omschreven staat. De school probeert binnen de gegeven mogelijkheden alle leerlingen dit in de gebruikelijke 8 jaar te laten afronden (hier zijn uitzonderingen op, bijvoorbeeld leerlingen met een eigen leerlijn, of leerlingen die een groep hebben overgeslagen). De leerlingen zijn goed voorbereid op de didactische inhoud, waar het middelbaar onderwijs op aansluit.
  4. Plusdoelen
    De plusdoelen zijn vooral gericht op het aanleren van vaardigheden. De belangrijkste vaardigheden zijn: Jezelf motiveren, omgaan met je overtuigingen, gebruik van het geheugen, zelfstandig werken, samenwerken, omgaan met frustraties en het opsporen en oplossen van hiaten.

Bovenstaande doelen staan in volgorde van belangrijkheid. Het sociaal emotioneel welbevinden van de leerling staat voorop omdat dit als een belangrijke voorwaarde wordt gezien om goed te kunnen leren. Daarnaast is de motivatie, productiviteit en eigen inbreng van de leerling heel belangrijk om tot resultaten te komen. Bij deze resultaten staan de kerndoelen altijd voorop. Plusdoelen kunnen nodig zijn om deze kerndoelen te behalen. Het kan ook zijn dat een leerling de die de kerndoelen ruim haalt, zich in de Plusklas richt op de plusdoelen en daardoor uitgedaagd wordt en op zijn eigen niveau leert presteren.

Beleid – Signalering
Het uitgangspunt van de Woord&beeldclub is dat de leerling ook werkelijk baat heeft bij de geboden extra projecten buiten de groep. Het kan dus bijvoorbeeld heel goed zo zijn dat een leerling met een IQ van 140 geen gebruik maakt van de Woord&beeldclub, omdat hij er geen baat bij heeft en een leerling met een IQ van 120 wel meedoet omdat hij enorm veel aan de lessen heeft.

Bij de selectie is de inbreng van de leerling zelf ook erg belangrijk. Deelname aan de Woord&beeldclub is vrijwillig maar niet vrijblijvend. Er zijn leerlingen die dolgraag mee willen doen. Er zijn er ook die aangeven thuis en op school al heel druk te zijn omdat ze bijvoorbeeld in de selectie zitten van een sport, aan toneel doen, of een instrument bespelen op een hoog niveau. Dit kan zoveel aandacht vergen van deze leerlingen dat ze liever niet kiezen voor nog meer input via de Woord&beeldclub.

De voorkeur van de leerling blijkt uit de selectiegesprekken die we voeren. Als een leerling eenmaal meedoet, wordt binnen de Woord&beeldclub wel verwacht dat de leerling zich inzet en zich aan de gemaakte werkafspraken houdt.

De Woord&beeldclub begint vanaf groep 5. Signalering vindt al plaats bij de groepsbesprekingen en trendanalyses vanaf groep 4. Vanaf dat moment is er een groep leerlingen in beeld die in aanmerking kan komen om mee te draaien met projecten van de Woord&beeldclub. De projecten draaien vanaf de herfstvakantie tot half februari en vanaf half februari tot aan de zomervakantie. Het kan zijn dat een leerling dus een half schooljaar meedoet, een heel schooljaar meedoet, meerdere schooljaren achter elkaar meedoet, of af en toe met tussenpozen een half schooljaar meedoet.

De selectie voor de Woord&beeldclub hangt dus af van een heel aantal factoren:

  • Het aanbod uit de groepen.
    Wij willen alle leerlingen die daarvoor in aanmerking komen de kans geven om mee te kunnen draaien met de diverse projecten uit de Woord&beeldclub. Bij schooljaren met een groot aanbod aan plusleerlingen kan het gebeuren dat we genoodzaakt zijn te rouleren zodat alle leerlingen aan bod komen.
  • Gesprekken met de leerling
    Uit gesprekken met de leerling zelf blijkt al gauw de gemotiveerdheid om deel te nemen aan de Woord&beeldclub. Leerlingen zijn goed in staat gebleken eigen wensen t.a.v. hun leerbehoefte onder woorden te brengen. Daar maken wij als school gebruik van.
  • Gesprekken met de ouders
    Veel ouders geven aan dat hun kind behoefte heeft aan extra uitdaging. Uiteraard nemen wij de visie van de ouders mee in de selectie voor de Woord&beeldclub.
  • Input van de leerkracht
    De groepsgesprekken en trendanalyses zijn voor leerkrachten en IB vaste punten in het schooljaar om ook te kijken welke leerlingen in aanmerking komen voor  de Woord&beeldclub. Daarnaast is de visie van de leerkracht heel belangrijk als hij/zij tussentijds signalen opvangt, waaruit blijkt dat een leerling extra uitdaging/begeleiding nodig heeft. Dit wordt altijd met de IBer besproken en meegenomen in de selectie.
  • LVS Cito
    Uit het leerling volgsysteem van Cito dat als basis dient van de trendanalyses blijkt hoe een leerling scoort bij de diverse vakken en is één van de uitgangspunten voor selectie.
  • VGO en entreetoets. Het vijfdegroepsonderzoek in groep 5 en de entreetoets in groep 7 zijn ook belangrijke meetmomenten waarbij alle leerlingen nog eens uitgebreid worden besproken. Hierbij wordt ook weer opnieuw bekeken welke leerlingen gebaat zijn bij een extra plusklas als de Woord&beeldclub.
  • Het signaleringsinstrument van het SLO wordt gebruikt om de leerlingen die al meedraaien in de Woord&beeldclub in beeld te krijgen. Hierdoor kan duidelijk worden met welke uitdagingen deze leerling te maken heeft en of continuering van de Woord&beeldclub gewenst is.
  • Ieder project van de Woord&beeldclub wordt geëvalueerd. Per leerling wordt dan bekeken of ze weer mee gaan doen met een volgend project of niet.

In principe (hier kan om bepaalde redenen bij een individuele leerling van worden afgeweken) is een vereiste voor de plusklas een leervoorsprong van 10 maanden DLE op de Citotoetsen. Ook kijken we naar het kind en of de Woord&beeldclub als middel bijdraagt aan het welzijn, de productiviteit en het behalen van de kerndoelen.

In principe wordt er van een leerling verwacht dat hij deze voorsprong in de klas haalt om toegelaten te worden. Een leerling die als gevolg van de lessen bij de Woord&beeldclub afzakt in de kerndoelen wordt teruggezet in deklas.

Beleid en kerndoelen
Leerlingen worden geplaatst in een groep die correspondeert met hun leeftijdsniveau. Onze school geeft geen individueel onderwijs wel adaptief onderwijs. Differentiatie op A, B, C niveau vindt plaats binnen de jaargroepen. Daarnaast is compacting en verrijking mogelijk.

  • Alleen leerlingen die minimaal 2 jaar voorlopen op alle gebieden (sociaal emotioneel, cognitief, motorisch), worden uit als uitzondering besproken om een klas over te slaan. Dit is echter niet gewenst.
  • Leerlingen die op een bepaald onderdeel voorlopen laten we binnen rede (algemeen uitgangspunt is 1,5 jaar voorsprong op zijn/haar leeftijdsgenoten) op extra verrijking focussen tot ze weer op hun groeps/leeftijdsniveau zijn.
  • Leerlingen die achterlopen krijgen minder verrijking, tot ze weer op hetzelfde niveau zijn als hun leeftijdsgenoten.
  • Het productief vermogen wordt allereerst ingezet om de kerndoelen te halen.
  • Het doel is dat leerlingen minimaal op alle gebieden gelijk presteren aan hun leeftijdsgenoten. Het doel is expliciet niet om dit zo snel mogelijk te doen.
  • Leerlingen met een voorsprong worden om de 6 maanden getoetst om te controleren of de stof uit het verleden nog beheerst wordt en of er geen hiaten zijn opgelopen.

Beleid – Verrijkingswerk
De tijd die na het bereiken van de kerndoelen over is wordt besteedt aan de plusdoelen: Eerst de vakgebonden verdieping (verder uitdiepen van de bestaande vakken), daarna verrijking in de vorm van verbreding (meer onderwerpen).

Het uitgangspunt bij de verrijking is het opdoen van vaardigheden:

  • Leren Leren
  • Leren Denken
  • Leren Leven

Om dit voor elkaar te krijgen kiezen we in de groepen naar inzicht van de leerkracht (in sommige gevallen  ondersteund door de plusklasbegeleider) voor uitdagingen als:

  • Een actualiteitenmodule
  • Een werkstuk
  • Een presentatie (Powerpoint/Prezi)
  • Projectgericht thema’s uitwerken

In overleg met de leerkrachten is de school nog bezig met de aanschaf van meer plusmateriaal voor in de groepen.

Uitvoering – de Woord&beeldclub
De Woord&beeldclub draait 1 of meerdere projecten in de periode van een half schooljaar. De periodes lopen van na de herfstvakantie to half februari en vanaf half februari tot het eind van het schooljaar.

De Woord&beeldclub is op ieder maandag voor de groepen 5/6 in de ochtend van 10.30 tot 12.00 uur en voor de groepen 7/8 in de middag van 12.45 tot 14.45 uur.

De Woord&beeldclub behandelt allerlei thema’s die met beelden en taal te maken hebben en dit in de breedste zin van het woord. Hier is in eerste instantie voor gekozen vanwege de achtergrond en interesse van de begeleider van de Woord&beeldclub: Annemarie van Es. Zij heeft een afgeronde kunstopleiding aan de Koninklijke Academie voor Beeldende kunsten in Den Haag en is ook enige tijd werkzaam geweest als grafisch ontwerper voor zij als zij-instromer werkzaam is geworden in het onderwijs.

De lessen voor de Plusklas komen voort uit deze achtergrond. Hierdoor kunnen lessen op maat worden gemaakt en in samenspraak met de leerlingen ontstaan.

Voorbeelden van diverse projecten uit de Woord&beeldclub zijn:

  • Portretten
  • Patronen
  • Debatteren
  • Pop art
  • Gedichten
  • Photoshop
  • GIF animaties
  • HTML
  • Verhalen schrijven

De resultaten van deze projecten en het werk van de leerlingen is te bekijken op de Website van de Woord&beeldclub : http://woordenbeeldclub.wordpress.com .Deze blog bevat informatie over wat we doen maar laat ook wekelijks zien waarmee de leerlingen bezig zijn. Zo kunnen leerlingen, ouders en andere belangstellenden kunnen meekijken en reageren. Via de site kunnen leerlingen ook hun werk aan hun ouders laten zien. Verder is er ook een pagina met vele links die op allerlei manieren met onderwijs, kunst en literatuur te maken hebben en met de thema’s die in de lessen aan de orde zijn geweest, zodat leerlingen en ouders op internet nog eens verder kunnen kijken naar een bepaald project of thema.

In de Woord&beeldclub worden de lessen gegeven en het werk van de leerlingen besproken en in overleg met de leerkracht en de leerlingen wordt bekeken of de leerling ook graag werk meekrijgt voor in de groep. Als de leerling dan tijd overheeft kan hij/zij bezig met het project uit de Woord&beeldclub en kan dat op de maandag met de docent besproken worden.

Aan het eind van een periode of project wordt op een avond voor de ouders en de leerlingen een uitleg, presentatie of tentoonstelling gehouden.

Uitvoering – Eigenaarschap
Het beleidsplan wordt bewaakt en bijgewerkt door de HB commissie. Haar taken zijn:

  • Waar nodig bijwerken van het beleidsplan
  • Adviseren van collega’s
  • Uitvoering – Eigenaarschap
  • Evalueren en bijsturen van de invulling van het plusbeleid in de groepen, de compacting en verrijking en aanvulling van de materialen.
  • Evalueren en bijsturen van de invulling van het plusbeleid in de Woord&beeldclub. Suggesties doen en meedenken over projecten, gastlessen en excursies.
  • Reactie geven op vragen/klachten/opmerkingen van ouders/leerlingen/collega’s.

De HB commissie wordt bemand door:

  • Annemarie van Es (Plusklasbegeleider/leerkracht en IBer)
  • Arlette Langenberg (leerkracht, IBer en bouwcoördinator)
  • Linda Sloots (leerkracht groep 5 en gedragsspecialist)

Uitvoering – Communicatie
Richting leerlingen en ouders
De communicatie rondom de leerling loopt normaal gesproken via de groepsleerkracht. De plusklasbegeleider kan wel uitgenodigd worden voor een gesprek als dat wordt gewenst door de ouders of de leerkracht. Daarnaast worden in de schoolgids de belangrijkste praktische zaken rond het Plusbeleid vermeld en kunnen ouders er ook op de jaarlijkse infoavond kennis van nemen. Voor de ouders van de leerlingen die meedoen aan de Woord&beeldclub biedt de Website ook een schat aan informatie en de mogelijkheid om via email te reageren.

Voor specifieke klachten, opmerkingen en suggesties kunnen ouders en leerlingen altijd terecht bij de plusklasbegeleider.

Richting leerkrachten
Vanuit de HB commissie loopt over het algemeen de communicatie via de bouwvergaderingen. De groepsbesprekingen en de trendanalyses zijn ook een moment waarop tevens de leerlingen uit de Woord&beeldclub besproken worden, de selectieprocedure plaatsvindt en waarop geëvalueerd kan worden wat de invloed van de Woord&beeldclub is geweest.

Uitvoering – bijsturen
Met regelmaat moet er gemeten worden of het proces naar behoeven functioneert. Hierbij wordt gebruik gemaakt van:

  • Evaluatie lijst voor de leerlingen die hebben meegedaan met de Woord&beeldclub
  • Volgen van de leerresultaten d.m.v. methodegebonden toetsen en Cito LVS
  • VGO en Entreetoets
  • Het volgen van de plusleerlingen door de jaren heen
  • De overdracht van de leerkrachten bij de overgang
  • De  groepsbesprekingen en trendanalyses

Daarnaast selecteert de HB commissie mogelijkerwijs specifieke trainingen, trainers en materialen om het beleid en de uitvoering te versterken.

DSC_0251

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.