99d9404f-6784-4b36-9e72-2bbd42578661Hoe belangrijk de vaardigheid ‘observeren’ is, bleek deze week in groep 7. De groep was bezig met een ‘eenvoudige’ les die op deze site staat. Een les over optische illusies. Hierbij speelt de vraag: zien we met onze ogen altijd de realiteit? En in het verlengde daarvan: in hoeverre nemen onze zintuigen de werkelijkheid waar? Om met deze vragen te oefenen kunnen de leerlingen een papieren bouwpakketje in elkaar zetten van een robothondje met een hol gezicht. Een hol gezicht is iets wat menselijke hersenen niet ‘begrijpen’. Onze hersenen vullen zelf het beeld van onze ogen in en maken er een diertje van dat ons blijft aankijken. Een verschijnsel dat als optische illusie bekend staat onder de term ‘Hollow face’. In onderstaand filmpje is mooi zichtbaar wat we zien als we naar een ‘hol gezicht’ kijken…

Leuk hè? Het robothondje blijft de camera volgen. Dat is niet wat er in het echt gebeurt. Dan blijft het hondje gewoon stil zitten, maar onze hersenen maken van het holle gezichtje een kopje dat onze camera blijft volgen.

Maar de juf van de klas kwam naar me toe met de mededeling ‘dat het niet lukte’. Ze hadden allemaal het hondje in elkaar gezet. Ze wisten allemaal dat het een hol gezichtje moest worden. Ze hadden ‘alles goed gedaan’ en toen een filmpje gemaakt waarop ‘niets’ gebeurde! Wat een teleurstelling! Hoe nu verder? De juf liet me onderstaand filmpje zien op haar telefoon…

De vraag aan u als lezer is nu: ‘Kunt u door te kijken naar dit filmpje erachter komen waarom het hondje hier niet zo leuk meekijkt naar de camera?’ Wat u nu doet is observeren. Kijken met een vraag in je hoofd. En vervolgens analyseren wat je waarneemt. Dit is niet slechts een activiteit voor de ogen. Het laat ook ons brein kraken…

Heeft u het antwoord al? Voor wie er nog niet uit is… Juist aan het eind van het filmpje wordt duidelijk dat dit hondje geen hol gezicht heeft. ‘Huh? geen hol gezicht? Maar we hebben hem toch hol gevouwen?’ Nee, niet dus… En dat heeft weer te maken met het feit dat zelfs het in elkaar vouwen van dit modelletje voor ons tegennatuurlijk aanvoelt. De leerlingen denken: ‘Ok, we vouwen nu een hol gezichtje’, maar nee, dat doen ze niet. Ze vouwen gewoon een ruimtelijk vormpje van een kop van een robothondje terwijl ze denken dat het hol is.

De hele klas had dezelfde ‘fout’ gemaakt. Interessant! Daaruit blijkt dus dat iedere leerling tegen zichzelf heeft gezegd: ‘Ik ga hier een hol gezicht in elkaar vouwen’, en er dan volgens een ingeslepen menselijk patroon een ruimtelijk kopje van heeft gevouwen. Wat daarna gebeurt is nog interessanter: het gemaakte model werkt niet! Geen enkele leerling, ook de leerkracht niet, kunnen er door te observeren achter komen wat er niet klopt aan hun bouwpakketje. Ze bleken allemaal niet in staat hun gemaakte model werkelijk te observeren. Is het wat je denkt dat het is? Zo niet, waarom niet? Heb ik gemaakt wat ik dacht dat ik maakte? Interessante vragen naar aanleiding van een interessante collectief gemaakte fout. De volgende stap is dan dat er ook collectief van geleerd kan worden. En dat was leuk!

Na het observeren en analyseren gingen de leerlingen vol goede moed hun model verbeteren. Ze merkten dat het niet meeviel en ze probeerden uit met hun mobiel of de filmpjes nu wel het gewenste effect lieten zien. Ook door die filmpjes weer te observeren kunnen bepaalde conclusies worden getrokken. Welke conclusies zou u trekken?

Ik zou zeggen dat het standpunt van waaruit je kijkt belangrijk is. Dat blijkt uit het bovenste filmpje. Zodra de ogen achter het holle gezicht kijken en er achter komen wat de constructie is, begrijpt ons brein de werkelijkheid en kijkt het hondje niet meer mee. Daarnaast blijkt uit het onderste filmpje dat een nette manier van vouwen en plakken het effect van de optische illusie vergroot. Het laatste hondje dat wel dapper probeert te kijken heeft toch een beetje een door de mangel gehaalde blik.

Dit zijn voor de hand liggende conclusies die de leerlingen zelf kunnen trekken. Technieklessen en de verwondering die ze opwekken zijn bij uitstek geschikt om te leren observeren. Het is een belangrijke vaardigheid waar we de ruimte voor moeten nemen in onze lessen. Observeren is niet hetzelfde als kijken. Je probeert als je observeert ook te begrijpen wat je ziet, toetst aannames en maakt analyses. Observeren is ook een denkproces. Het mooie is dat leerlingen van alle leeftijden het kunnen en dat er maar een kleine stap voor nodig is om je lessen ermee te verrijken.

Zo denkt ik als leerkracht altijd na over twee zaken:
1. Wat leren de leerlingen?
2. Wat leer ikzelf?

Wat ik ervan heb geleerd is hoe wezensvreemd een hol gezicht is voor ons mensen (en waarschijnlijk ook voor dieren). En bovendien dat zaken die ik heb uitgewerkt als lesmateriaal voor mij heel vanzelfsprekend zijn, maar dat dit blijkbaar niet automatisch voor de leerkracht geldt die deze lessen uitprobeert.

Ik ben eigenlijk wel benieuwd naar de ervaringen van collega’s die de lessen in de zwarte kolom links van dit blog uitproberen in hun klas. Volgens de WordPress-statistieken zijn dit er best veel. Gemiddeld trekt deze site ruim 150 bezoekers per dag. Veel aandacht gaat daarbij uit naar de lessen. Laat u eens weten of het liep zoals u wenste. Tegen welke problemen liep u aan? Wat was onverwacht? Ontstonden er naar aanleiding van mijn woorden en beelden misverstanden of verkeerde aannames? Ik ben benieuwd welke…

Alle reacties zijn welkom…
Wordt dus vervolgd,
Juf Annemarie

Eén reactie »

  1. […] dan is dit nog niet zo eenvoudig te evalueren. Hoe toets je of een leerling beter gaat observeren? Hoe krijg je boven water of een leerling zijn creativiteit ontplooit? Je kunt natuurlijk gesprekken […]

Laat een reactie achter bij Onderwijsdag met Cultuurschakel: ontmoetingen met cultuuraanbieders, Jelle Jolles en Gert Biesta… | Woord&BeeldclubReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.